Het kraakbeen bedekt de gewrichtsoppervlakken van de botdelen die deel uitmaken van het knie gewricht (bovenbeen, onderbeen en knieschijf). Kraakbeen is een speciale vorm van bindweefsel met een elastisch karakter, dat voor 90% uit water bestaat. In het kniegewricht is deze laag ongeveer 4 mm dik.
Kraakbeen kan grote druk weerstaan (stootkussenfunctie), maar heeft weinig trekvastheid, in tegenstelling tot bot. Samen met het gewrichtsvloeistof zorgt het kraakbeen ervoor dat de botstukken gemakkelijk over elkaar heen kunnen glijden.
Kraakbeen bevat geen bloedvaten of zenuwen. Het kraakbeen ontvangt zijn voeding vanuit de gewrichtsvloeistof en het onderliggende botweefsel.