De knie heeft twee meniscussen die aan de binnen- en buitenkant van de knie tussen het bovenbeen en onderbeen liggen. De meniscus heeft de vorm van een halve cirkel, de buitenrand van de meniscus is dik en de binnenrand dun. Ze vullen de ruimte op tussen het enigszins platte gewrichtsoppervlak van het onderbeen en de bolvormige oppervlak van het bovenbeen. Door haar vorm en positie geeft een meniscus stabiliteit aan de knie en helpt de meniscus de druk in de knie enigszins te verdelen. De binnenste meniscus is groter en minder beweeglijk als de buitenste meniscus. Omdat de binnensteĀ meniscus minder bewegelijk is, is een kans op een scheurtje in deze groter dan in de buitenĀ meniscus. Vooral een ernstige verdraaiing van de knie kan een acute meniscusscheur van de binnenste meniscus veroorzaken. Als de stabiliteit van de knie door bijvoorbeeld een bandletsel afneemt loopt de meniscus meer kans te scheuren.
Door veroudering neemt de veerkracht van de meniscus af, hierdoor kan deze geleidelijk afbrokkelen en ook uiteindelijk inscheuren. Dit noemen we de niet-acute meniscus scheur en dit gaat meestal gepaard met slijtage van het gewrichtskraakbeen.